Blog

Terug naar overzicht

“Alles goed begrepen?” “Jaja!” *doet het verkeerde*

De economie draait vandaag weer zoals pre-Covid. Er is dit 3de kwartaal zelfs sprake van groei. Buitenlandse arbeidskrachten vullen vaker vacatures die anders niet ingevuld raken. Een grotere flexibilisering leidt tot meer en sneller wisselende werknemers. Situaties met personeel met diverse taalachtergrond en taalvaardigheid zijn tegenwoordig meer regel dan uitzondering, in zowat alle sectoren.

Taalproblemen op de werkvloer gaan echter veel verder dan de voor de hand liggende taalbarrières tussen medewerkers met een verschillende moedertaal. Tot 10% van alle arbeidsongevallen blijken bij nader onderzoek terug te voeren tot taalissues.
Welke kansen liggen hier voor ondernemers en preventieadviseurs?

Marcinelle, een taalongeval?

Taalongevallen spelen zich op dit moment al elke dag af en veroorzaken slachtoffers. Dat betekent dat hier een kans voor preventieadviseurs ligt. Een kans om er gericht op in te zetten in de bedrijven waar zij zelf werken of ondersteunen. Daarnaast is het zeker nodig om de taalbril op te zetten bij de root cause analyse van arbeidsongevallen.

Sommige beroepsgroepen lopen volgens Nederlands onderzoek een groter risico dan andere: anderstalige werknemers en de ruim tweemaal zo grote groep laaggeletterde Nederlandstaligen vormen samen een risicogroep van circa 25 procent van de bevolking. Verschillende beroepen kennen een hoger dan gemiddeld risico, bijvoorbeeld chauffeurs en productie- en magazijnmedewerkers.

In Australië vergeleek men het aantal arbeidsongevallen onder mijnwerkers bij migranten die geen Engels spraken vs. Engelstalige migranten en Australische arbeiders. In het eerste jaar na aankomst hadden anderstalige migranten maar liefst 3,9 keer een dodelijk arbeidsongeval dan Australische werkers. In het tweede t.e.m. het vierde jaar was dit 1,7 keer vaker.
Het verschil tussen Engelstalige migranten en native speakers was statistisch gezien niet van betekenis terwijl de anderstaligen 2,4 keer vaker in een dodelijk arbeidsongeval terechtkwamen.
Aangezien nieuwkomers sowieso al 20% meer kans lopen op een arbeidsongeval lopen, zijn anderstalige nieuwkomers extra kwetsbaar.

Bij de mijnramp van Marcinelle in 1956 is de rol van taal een belangrijke denkpiste. De mijnwerkers spraken een mix van Italiaans, Frans en Vlaams. Een Italiaanse mijnwerker laadde daar tegen instructies een wagentje in een mijnlift. Het raakte klem en veroorzaakte een brand die leidde tot de ramp met 262 slachtoffers. 136 van hen waren Italianen.


3307.jpg

Verborgen taalproblemen

Taalproblemen op de werkvloer manifesteren zich niet enkel als de occasionele Babylonische spraakverwarring. De andere twee problemen blijven soms onopgemerkt.
Wie wél al aandacht heeft voor meertaligheid, wil ook werk maken van die andere uitdagingen. Zeker als je weet dat die nog veel meer medewerkers aanbelangen.

1. Meertaligheid zet aan tot actie

spraakverwarring.jpg

We hoorden van een klant: “Ik neem niemand meer aan die geen Nederlands spreekt.” Maar zo simpel is het natuurlijk niet voor iedereen.
Bedrijven steken veel energie in het onthaal van anderstalige nieuwkomers. Ze zijn daartoe trouwens wettelijk verplicht.
Check zelf maar even wat jullie al doen:
- onthaalbrochures vertalen in de moedertaal van elke werknemer
- een buddy aanstellen die kan vertalen op de werkvloer
- focussen op beeldtaal in werk- en veiligheidsinstructies (pictogrammen, video’s)
- kiezen voor ondersteunend beeldmateriaal in toolbox talks
- een voertaal hanteren die door alle werknemers gekend is
- een eigen woordenboek aanleggen
- investeren in taaltrainingen voor je personeel
- …

Zit je momenteel al met de handen in het haar, vraag dan hier
naar de meest handige toepassingen voor jouw onderneming.

Deze oplossingen leveren natuurlijk ook pas echt iets op als je je ook bewust bent van hun beperkingen
Maatregelen als Engels met elkaar spreken, pictogrammen gebruiken om veilige en onveilige situaties te duiden, blijken in de praktijk soms niet of onvoldoende te werken.
Hoezo?
Wel, als je moedertaal dialect is en de voertaal een derde of zelfs vierde taal, raakt er veel lost in translation. Zeker bij schriftelijke communicatie.
Zijn er daarover afspraken gemaakt? Gelden die alleen voor gesprekken of ook voor schriftelijke informatie? Gelden ze voor alle functies in het bedrijf? En wat als er meerdere voertalen naast elkaar bestaan? Is er een volgorde? En wie moet welke voertaal tot op welk niveau beheersen? Iets waarover je samen met interimkantoren ook duidelijke afspraken kan en moet maken. Zeker in geval van veiligheidskritische taken.

image-20160325-17862-1sru9j0.jpg

Pictogrammen of beeldtaal blijken niet voor elke werknemer dezelfde betekenis te hebben. Hierdoor is de boodschap misschien niet zo eenduidig als jij dacht.
Verschillende culturele achtergronden maken dat wat de een ervaart als een verbod, voor de ander slechts overkomt als een milde waarschuwing. Hierover spraken we al eerder.
Rekenen op beeldtaal om taalverwarring op te lossen zouden we je dus niet aanraden. Gebaren en symbolen zijn lang niet altijd universeel en kunnen taal niet in zijn geheel vervangen. Het beste resultaat behaal je met een doordachte mix van mondelinge, schriftelijke en beeldrijke voorlichting. 

unnamed (1).jpg

2. Uitdaging onder de radar: laaggeletterdheid

Weet jij hoe het staat met de algemene geletterdheid in jouw onderneming? Weet je hoeveel procent zodanig veel last heeft met lezen en schrijven dat het hinderlijk of gevaarlijk wordt bij het uitoefenen van hun taken? Weet je voor welke werknemer voldoende functioneren in het maatschappelijk leven een uitdaging is?
Het gaat hier zeker niet alleen om ongediplomeerden en situeert zich zowel bij jongeren als ouderen.
Terwijl analfabetisme stilaan zo goed als verdwenen is, lijkt laaggeletterdheid zeker niet af te nemen. En de schaamte erover al helemaal niet.
Misschien ben je als preventieadviseur er al mee geconfronteerd zonder dat je er acht op sloeg. Hoe herkenbaar zijn voor jou deze situaties?
Iemand die bijvoorbeeld zegt: ‘Dat vul ik thuis wel even in’. Of die een ander vraagt het snel even voor te lezen of op te schrijven. Andere signalen kunnen zijn:
• smoesjes gebruiken als ‘bril vergeten’ of ‘mijn hand gekwetst’ als gevraagd wordt iets te lezen of te schrijven
• alleen kijken naar een tekst zonder de ogen te bewegen over de tekst;
• geen punten of komma’s gebruiken;
• geen e-mailadres hebben;
• moeite hebben met mobiel bankieren;
• een slecht leesbaar handschrift hebben;
• vaak of een lange periode werkloos geweest zijn;
• niet groeien in het werk;
• een uur te vroeg of te laat zijn op een afspraak;
• negatief praten over schoolervaringen;
• moeite hebben met navigatie.



analfabetismo.jpg


Vanuit preventieoogpunt raden we aan bij vermoeden van laaggeletterdheid het volgende aan:
- een individuele benadering. Al vóór het moment dat iemand in dienst komt kan op laaggeletterdheid worden gelet. Niet als een uitsluitende factor, maar als een voor extra zorg.
- bij werkinstructies ‘leren door te doen’ mits dit veilig kan. Het aanbieden van een instructie op papier kan onveilig zijn. Check zeker elke keer of de werknemer de instructie ook zelf kan navertellen of uitvoeren. Op je vraag: “Alles goed begrepen?” is “Jaja!” vaak gewoon het sociaal wenselijke antwoord. Controleer zo of iemand de instructie ten volle begrepen heeft. Een handtekening op een werkinstructie of checklist is niet genoeg.
Speciale aandacht geef je ook best aan dyslectici. Zij kunnen wel lezen, maar dat gaat meestal niet snel en het kost hen veel tijd en moeite om teksten door te nemen. Stel dat er een incident plaatsvindt en een protocol gevolgd moet worden. Moet je dan verwachten dat iemand met dyslexie dat uit het hoofd geleerd heeft? Kan het misgaan omdat iemand niet snel genoeg door het protocol heen komt? Kijk in dit geval als preventieadviseur kritisch naar je protocollen!

3. Te hoog taalniveau: 50 procent documenten onleesbaar

Aan de TU Delft promoveerde onderzoeker Paul Lindhout op de rol van taalproblemen op het ontstaan van werkongevallen. Hij stelde daarbij vast dat ongeveer 50 procent van de veiligheidsdocumenten in Nederlandse hoog-risicobedrijven onvoldoende leesbaar was.
Volgens Lindhout is de geringe aandacht voor taalproblemen voor een deel historisch verklaarbaar. “In eerste instantie is er bij bedrijven, terecht, veel aandacht geweest voor technische veiligheidsmaatregelen. Daarna kwamen management, voorschriften en procedures in beeld en nu pas zitten we in een fase waarin we meer focussen op de factoren gedrag en cultuur, waar taal een onderdeel van is.”
Hij voegt er (terecht) aan toe: “Bedrijven zijn in principe goed in staat om begrijpelijke teksten te maken. Want kijk je bijvoorbeeld naar hun personeelsbladen, dan lees je gemakkelijke, toegankelijke stukken. Het is dus een kwestie van bewustwording van bedrijven.”
Iets waar wij als consultants in preventie en arbeidsveiligheid ook willen over waken: de documenten die wij opnemen in het dynamisch risicobeheersysteem (DRBS) van onze klant moeten bruikbaar zijn. Dit betekent dus ook: leesbaar!

661.png

istockphoto-1288621476-612x612.jpg

Een foto of illustratie is zeker behulpzaam, maar het juiste taalniveau van de tekst zelf is doorslaggevend bij het begrijpen van instructies. Misschien getuigt het voor een preventieadviseur wel van meer “vakkennis” door te durven afwijken van jargon en waar nodig de woordkeuze van de werknemers te volgen i.p.v. te goochelen met woorden die op de werkvloer niet gebruikt worden. Bied ze minstens naast elkaar aan.



difficult_to_read.png

Concreet hou je best hiermee rekening:

 - begrijpelijke teksten schrijf je op taalniveau A2;
 - meet het huidige taalniveau van je teksten;
 - geef de ‘schrijvers’ binnen jouw onderneming een training over eenvoudig taalgebruik;
 - gebruik voorbeelden uit de praktijk i.p.v. meer algemene theoretische omschrijvingen;
 - teksten leesbaarder maken uitsluitend door een goede grafische lay-out is niet voldoende;
 - ook meertalige documenten opstellen is niet voldoende als je daarbij geen rekening houdt met de reële taalvaardigheid van je anderstalige publiek;
- zet complexe officiële handleidingen om naar simpele gebruiksinstructies op taalniveau A2.

taalniveau-europees-referentiekader.pngtaalniveaus.PNG

Steeds meer stokpaardjes

Touché! Seekurico heeft zo haar stokpaardjes. Taal is er daar één van. We hopen hiermee ook bij te dragen tot de dagelijkse efficiëntie van vele collega-preventieadviseurs.
Taalbeheersing en taalgerelateerde veiligheidsrisico’s staan momenteel nog niet vaak in de RIE’s, maar in sommige preventiescans staat onder het kopje Bijzondere groepen de vraag of er werknemers zijn die de (Nederlandse) taal niet of niet voldoende beheersen.

Volgens ons gaat onze taak verder dan het uitbreiden van het aspect taal in onze risico- en ongevallenanalyses.
Naast het meer formele deel van onze job kunnen we geen groeikansen laten liggen om sneller bij te sturen. Soms vragen aanpassingen echt geen zware inspanningen, maar is het een kwestie van durf iets anders te benaderen.
Altijd met datzelfde doel: dat iedereen onder onze hoede na het werk weer veilig naar huis kan.

Language.jpg

Seekurico BV

Rode Kruisstraat 49
3540 Herk-de-Stad (B)

info@seekurico.be
Tel. +32 (0)474 37 94 63

BTW BE 0683.484.566

Let’s meet!